In de nieuwe rubriek ‘Mijn eerste jaar als moeder’ laten we elke week een moeder aan het woord. Aan de hand van vijf vragen vertelt ze openhartig over haar zwangerschap en het eerste jaar als moeder. Het doel van deze rubriek is om een eerlijk en ongefilterd beeld te schetsen van hoe zo’n eerste jaar echt is. We bespreken niet alleen de mooie hoogtepunten, maar zeker ook de soms zeer uitdagende dieptepunten. Deze week hebben we een gesprek met Mara (31 jaar), een moeder van twee dochters (geboren in 2017 en 2019) die samen met haar gezin in Bussum woont.

Hoe heb je je zwangerschap ervaren?

“Ik kijk positief terug op mijn zwangerschap, hoewel ik op dat moment niet altijd zo voelde. Achteraf blijven de positieve momenten en gevoelens hangen, terwijl ik de negatieve aspecten probeer los te laten. Als ik nu terugdenk, besef ik dat ik me vaak eenzaam voelde tijdens mijn zwangerschap. Mijn man begreep niet altijd wat ik doormaakte, en mijn vriendinnen hadden zelf nog geen kinderen. Hoewel iedereen heel lief en betrokken was, voelde ik me soms toch geïsoleerd. Ik heb er destijds niet over gesproken, maar ik denk nu dat ik dat wel had moeten doen. Het zou me waarschijnlijk hebben geholpen meer van mijn zwangerschap te genieten.”

Hoe verliep je bevalling?

“Tijdens mijn zwangerschap dácht ik dat ik goed voorbereid was op de bevalling. Ik had een bevalcursus gevolgd en had het idee dat ik wist wat me te wachten stond. Maar toen ik onverwacht en plotseling ingeleid moest worden, was het toch een stuk zwaarder dan verwacht. Ik kreeg te maken met een intense weeënstorm en worstelde ook met het persen. Tijdens de cursus had ik geleerd om vooral niet op mijn rug te liggen, maar dat (goedbedoelde) advies zorgde ervoor dat ik tijdens het persen het contact met mijn lichaam verloor. Ik was in mijn hoofd alleen nog maar bezig met de adviezen die ik in de bevalcursus kreeg. Uiteindelijk was er een verloskundige die zei: ‘Ik wil niet weten wat jouw cursusleider fijn persen vindt, maar ik wil weten waar JIJ behoefte aan hebt.’ Uiteindelijk ben ik op mijn rug gaan liggen, en binnen 10 minuten had ik mijn dochter in mijn armen. Bij mijn tweede bevalling heb ik direct naar mijn eigen gevoel geluisterd en dat verliep veel prettiger.”

Hoe was je kraamweek?

“Vreselijk. In Amsterdam, waar we toen nog woonden, was er een geboortegolf en was er slechts 3 uur kraamzorg per dag beschikbaar. Mijn man is ondernemer en moest na slechts één dag thuis weer aan het werk. Dat betekende dat ik het grootste deel van de dag alleen was met de baby en onze twee honden. Dat voelde heel eenzaam. Ook lukte het niet goed met de borstvoeding en dat voelde als falen. De kraamperiode was geen fijne of positieve tijd en dat vind ik nog steeds heel jammer.”

Hoe kijk je terug op het eerste jaar als moeder?

“Heel positief! De bevalling en kraamweek waren zwaar, maar ik genoot van het moederschap. Ik herstelde snel en na een week zat ik al met mijn schoonzus (die ook net was bevallen) koffie te drinken op een terras. Toen we na een paar weken een bakfiets kochten en ik meer bewegingsvrijheid kreeg, werd mijn wereld nog veel groter. Ik genoot van alle leuke activiteiten die ik met onze dochter kon doen. Vooral de balans tussen mijn werk, mijn gezin en mijn sociale leven vond ik geweldig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik precies één jaar na mijn eerste bevalling opnieuw zwanger was.”

Wat voor advies wil je aanstaande en kersverse moeders meegeven?

“Het is volkomen normaal om niet de hele tijd op een roze wolk te zweven. In het eerste jaar na de bevalling hopen we op veel positieve momenten, warmte en liefde. Maar dat is niet altijd het geval. Alles is nieuw: je bent voor het eerst moeder, geeft misschien voor het eerst borstvoeding, gaat voor het eerst weer aan het werk, hebt voor het eerst een baby die volledig afhankelijk van je is, en zowel jij als je partner moeten wennen aan jullie nieuwe rollen. Dit vergt energie en is natuurlijk niet altijd leuk. Als je accepteert dat het soms gewoon heel erg lastig is, kun je denk ik ook meer genieten van alle mooie momenten. En ja, ook die zijn er meer dan je denkt.”