Luna is een echte jongensmoeder: ze is niet zo snel in paniek en geeft haar drie zonen de ruimte in het leven. Wel staat ze als coach aan de zijlijn en houdt haar kuikens in de gaten. “Vorige week zat ik met de jongste bij de huisarts en ik voelde me beledigd en heel naar tegelijk door wat zij zei.”

Haar kinderen zijn stevige Hollandse jongens die tegen een stootje kunnen. “De deur van de huisarts of ziekenhuizen loop ik niet met ze plat. Laat ik het afkloppen, maar ze mankeren eigenlijk niet zo veel. Eerst kijken mijn man en ik als er iets gebeurt of het ernstig is en of we er mee naar een huisarts moeten gaan. Natuurlijk gebeurt er wel eens wat, zo brak Joris tijdens een voetbalwedstrijdje zijn pols toen hij onderuit werd geschoffeld door de tegenstander. We zijn gelijk naar de spoedeisende hulp gegaan, maar toen was het ook wel heel duidelijk dat er iets aan de hand was. Zijn hand stond zo raar, dat kon niet goed zijn.”

Mijn hypochondrische moeder

Misschien is het een reactie op haar hypochondrische moeder dat Luna niet heel snel de telefoon pakt om een afspraak met een medicus te maken. “Mijn moeder was altijd heel bang dat ze zelf iets mankeerde en zat met het minste of geringste op de stoel van de huisarts. Dat deed ze ook met mijn zus Alicia. Toen Alicia en ik ouder werden, stopte het omdat we weigerden naar de dokter te gaan omdat zij vond dat er iets met ons aan de hand was. Als mijn moeder een pijntje of bobbeltje, knobbeltje of wat dan ook ergens voelde, dacht ze dat ze zou doodgaan. Alicia en ik kwamen er later achter dat dat een ziekte is.”

EHBO bij kinderen

Gezond verstand, dat is wat Luna gebruikt als er weer eentje van de schommel afzwiept, op de straat belandt na een stunt met zijn fiets of met gym uit de ringen valt. Door het volgen van een cursus EHBO bij kinderen is ze in staat om eerste hulp te verlenen als dat nodig is. “Ik heb die cursus samen met mijn man gedaan en het geeft ons rust. Ook als er onverhoopt iets hier op een verjaardagsfeestje gebeurt, dan is er niet gelijk grote paniek. We kunnen na het volgen van die EHBO-cursus heel goed inschatten wanneer we het zelf kunnen oplossen of wanneer we hulp inschakelen.”

Zal wel gekneusd zijn

Die cursus volgen had een reden vertelt Luna. “Max, onze middelste brak toen hij een jaar of acht was zijn pink. Hij speelde met Jeroen, de oudste zoon, in de tuin en Jeroen belandde met zijn voet op Max zijn hand. In eerste instantie zei Max er niks van of over en wist ik van niks. Tot ik hem ’s avonds met een wit koppie op de bank zag zitten. Zijn pink deed zeer. Ik keek er naar en vroeg of hij hem nog kon buigen en dat ging. Kunnen buigen betekent niet gebroken, dus ik ging er vanuit dat zijn pink zwaar gekneusd was. Rustig aan doen en in de gaten houden.”

O nee, het is gebroken!

Na een paar maanden was Max pink nog steeds dik. Alsnog besluit Luna een afspraak te maken met de huisarts die constateert dat de pink gebroken is geweest. “Ik schrok me rot, mijn kind had maanden met een gebroken pink rondgelopen en ik had het niet opgemerkt. Ik voelde me heel even een waardeloze moeder. Arme Max.” Aan de pink kon niets meer worden gedaan: het botje was vanzelf weer aangegroeid maar was wel van richting veranderd waardoor Luna’s jongste met een krom pinkie door het leven moet gaan.

Beter safe dan sorry toch?

Met deze ervaring in haar achterhoofd, besluit Luna de volgende dag de huisarts te bellen als Max na een potje voetballen met zijn vriendjes niet meer op zijn hak kan staan. “In de loop had hij een vreemde beweging gemaakt en was verkeerd terecht gekomen. Fietsen ging nog net, maar hij kon zijn voet niet belasten. Ik koelde de pijnlijke plek gelijk met ijs. De volgende dag kon Max er nog steeds niets mee. Om te voorkomen dat hij wederom met een gebroken iets zou blijven rondlopen, maakte ik een afspraak met de huisarts. Beter safe dan sorry denk ik altijd maar.”

Woest op de huisarts

De huisarts onderzocht de voet maar kon niets vinden. “Ze zei: ‘ik denk dat het een beetje gekneusd is.’ En vervolgens zei ze: ‘Max, je mag het de volgende keer echt wel even een dagje aankijken hoor. Het is niet nodig bij zoiets om gelijk naar de huisarts te gaan’. Mijn mond viel open en ik zag dat Max een heel rood hoofd kreeg. Hij schaamde zich rot. Wat gebeurt hier allemaal, dacht ik, en ik werd zo boos op de huisarts. Verweet haar dat ze zo niet met kinderen kan omgaan en dat je dat gewoon niet zegt tegen een kind. ”

Zwijg erover

Het laat Luna niet los. Ze voelt zich niet serieus genomen. “Ik ga echt bijna nooit naar de dokter, maar door dat pink-verhaal neem ik simpelweg geen risico. Dat mijn huisarts zo reageerde zit me dwars. Alsof ik een kleuter ben. Het ergste vind ik het misschien nog wel voor Max. Hij voelt zich zo naar eronder en ik weet zeker dat hij nu nooit meer iets gaat zeggen als hij geblesseerd is. Dat slaat toch nergens op! Een huisarts is er toch ook om je gerust te stellen om te constateren dat het goed is. En zelfs al zou je vinden dat het een beetje voorbarig is dat een patiënt aan je bureautje zit, wat maakt het uit? Zwijg er over!”

Andere huisarts?

Luna overweegt om een andere huisarts te zoeken. “Maar dat vind ik ook weer griezelig. Je weet ook niet zo goed wie je ervoor terugkrijgt en alle dossiers zijn bij mijn huidige huisarts. Volgens mij is veranderen van huisarts best een gedoetje, maar ik pik dit niet. Dat is toch niet zo gek?”

Wat zou jij doen? Ben je wel eens van arts verwisseld en hoe ging dat? Raad je Luna aan een andere arts te zoeken? Praat mee in de comments onder dit artikel.

Foto door Tima Miroshnichenko via Pexels

Nienke: ‘Ik erger me mateloos aan het verwende dochtertje van mijn vriendin dat niks lust’

Nienke: ‘Ik erger me mateloos aan het verwende dochtertje van mijn vriendin dat niks lust’

Al jaren komt Nienke haar beste vriendin Ellen op vrijdagavond bij haar eten. “En nu Ellen een dochtertje van 8 heeft, komt ze nog steeds. Was nooit een probleem tot nu: Liv vindt alles wat ik klaarmaak vies en steekt dat niet onder stoelen of banken…. Verder lezen