Ruim 20.000 Nederlandse vrouwen krijgen na hun bevalling te kampen met een postnatale depressie. Het taboe rond deze vorm van depressie wordt steeds kleiner en erover praten wordt dan ook makkelijker. Waar nog wél een groot taboe op heerst, is de postnatale depressie bij mannen. Want ja; ook nieuwe vaders kunnen te maken krijgen met depressieve gevoelens na het krijgen van een kind. Wij spraken de 32-jarige Joy. Haar man Ewoud zakte na het krijgen van hun eerste kindje weg in een depressie. Joy doet hier hun verhaal.

Steeds minder gelukkig

“De zwangerschap was voor Ewoud en mij een moeilijke periode. We moesten uit ons huurhuis en konden geen nieuwe woonruimte vinden. In de maanden voor en na de bevalling hebben Ewoud en ik op zolder bij mijn ouders gewoond. Wat het niet makkelijker maakte, is dat ik al vrij snel niet meer kon werken. Ik had vanaf 20 weken zwangerschap al last van extreme bekkeninstabiliteit en moest mijn werk als freelancer in de kinderopvang dus stopzetten”, vertelt Joy. “Mijn inkomen viel weg en Ewoud moest extra nachtdiensten gaan draaien. Hij leefde ’s nachts en ik overdag. In combinatie met het niet hebben van eigen woonruimte hadden we het niet makkelijk.”

Even doorzetten

Joy blijft vooruitkijken en weet dat alles anders wordt als zij na de zwangerschap weer aan het werk kan. “We zouden dan weer meer te besteden hebben en Ewoud kon stoppen met het draaien van nachtdiensten. Ook zou er vier maanden na de bevalling een appartement voor ons vrijkomen. Ik had maar één doel voor ogen: even doorzetten en dan verder met het opbouwen van ons leven.” Maar waar Joy de moed erin houdt, wordt het voor Ewoud steeds zwaarder nadat hun dochtertje is geboren.

Alleen maar in bed

“Ik zat op een roze wolk en was tijdens mijn verlof bezig met het regelen van onze verhuizing. Het was natuurlijk niet ideaal, maar er was zicht op vooruitgang. Ewoud verloor dit volledig uit het oog. Overdag lag hij de hele dag op bed en ’s nachts moest hij weer aan het werk. Hij had geen zin om overdag dingen met ons dochtertje te doen en wilde alleen maar slapen. Dat het helemaal mis was, merkte ik toen ik hem vroeg even op de baby te passen zodat ik rustig boodschappen kon doen. Mijn moeder belde dat hij haar beneden in de kinderwagen heeft gelegd en zelf weer in bed was gekropen. Gelukkig is mijn moeder lekker met de baby gaan wandelen, maar ik was er heel erg van geschrokken. Hoe moest dat als wij straks met z’n drieën zouden wonen?”

Postnatale depressie

In het begin is Joy boos op Ewoud. “Ik was heel kwaad dat hij alleen maar in bed wilde liggen en niet naar ons dochtertje omkeek. Ik voelde me eenzaam en begon te twijfelen of hij wel een goede vader was. Het was een oud-collega die mij erop wees om toch eens samen met hem naar de huisarts te gaan. Na een verwijzing naar een psycholoog werd duidelijk waarom het zo slecht ging met Ewoud; hij had een postnatale depressie. Ik wist helemaal niet dat mannen dit ook kunnen krijgen en schaamde mij er meteen voor dat ik zo boos ben geworden op Ewoud. Hij kon hier helemaal niks aan doen…”

Anders aanpakken

Uit de gesprekken met de psycholoog blijkt dat de hele situatie simpelweg te veel was voor Ewoud. “De geldzorgen door het wegvallen van mijn inkomen, het draaien van alle nachtdiensten, het niet hebben van een eigen appartement en ook nog de druk van het nieuwe ouderschap. We hebben eigenlijk direct een aantal zaken anders aangepakt, waardoor het vrij snel beter ging met Ewoud.”

Helpen

Na een periode van veel thuiszitten, gaat Ewoud rustig weer aan het werk. “En dan gewoon zonder overdag. Inmiddels hebben we ook huisje, waardoor we weer gewoon een eigen plek hebben. Daarnaast ben ik ook weer aan het werk en zijn er geen geldzorgen meer. Ewoud kan ik nog niet alleen laten met ons dochtertje. Dat vinden we allebei nog te vroeg. Wel zie ik dat hun band steeds sterker wordt en dat hij graag helpt bij het geven van een flesje of bij haar in bad doen. Een paar maanden geleden wilde hij alleen nog maar in bed liggen. Al een wereld van verschil dus!”

Tweede kindje

Joy vindt het belangrijk om veel over de lastige periode te praten, maar Ewoud denkt hier anders over. “Hij schaamt zich ervoor en heeft het er liever niet over. Op een dag denk ik dat hij er toch over zal moeten gaan praten, maar dat wil ik nu niet pushen. Ik ben vooral heel blij om te zien dat hij weer steeds meer kan. Hij begon laatst zelfs over een tweede kindje. Hier moet ik nu nog niet aan denken, maar op termijn hoop ik dat het ons gegund is. We weten in ieder geval dat we het tijdens de zwangerschap en kraamperiode anders gaan aanpakken!”

Lees ook: Carin is zwanger van kindje met syndroom van Down: “Besloten het te houden”

Afbeelding: Nik Shuliahin on Unsplash